dinsdag 29 december 2015

Liefde op leeftijd

Er zijn zo van die dingen, waar je liever niet de details van wilt weten. En dat is het liefdesleven van je moedertje. Twee oudjes die behoorlijk innig aan het doen zijn. Na wat mislukte relaties heeft ze eindelijk weer de vlinders in haar buik. En niet alleen in haar buik, volgens mij zitten ze overal. Ik gun het haar, zo op je oude dag opeens de ´ware´ tegen komen.

Volgens mij ben ik de meest nuchtere van de familie, dus hamer ik erop dat de beste man wel een heertje op leeftijd is. Hij zou er in kunnen blijven na een hartstochtelijke nacht. Het advies aan mijn moeder om het rustig aan te doen, sloeg ze natuurlijk in de wind. Genieten nu het nog kan, is haar motto. Hij is pas tachtig hoor, was haar commentaar.

Van Blijdorp naar de Winter Efteling, van spelletje kaarten tot samen kokerellen, het lijkt of ze al tijden bij elkaar zijn. Haar agenda is al aardig gevuld met vrijwilligerswerk en ieder vrij momentje is nu ingevuld met de naam van haar vriendje. Hoe heerlijk voor haar dat er iemand naar haar verlangt en bij haar wilt zijn.

Haar steile haar nu in de krul, ogen opgemaakt en rode lippen.  De saaie blouse en broek verruilt voor chique jurk. Tjonge wat een make over. Ik herkende haar bijna niet. Is dit nu haar echte ik die zo lang verborgen was of werd het tijd voor een nieuwe ik. Het maakt ook niet uit. Ze heeft lol.
Dus nu met 2016 voor de deur, wens ik haar dan ook een fantastisch nieuwjaar met gezelligheid en waardering. Maar dat zal vast wel goed komen.

Proost mam , op de liefde!



zondag 27 december 2015

De zoethoutas



Zo, de kerstdagen zitten er weer op en het lijkt alsof de koelkast nog net zo vol zit als twee dagen geleden. Je koopt altijd te veel. Op facebook komen foto´s voorbij van mijn moeder. Heerlijk uit eten bij Masterchef Sliedrecht.  Bertha Carpaccio, Bambi bief en als dessert, iets te mooi om waar te zijn. Ach, onze gevulde tafel mocht er ook zijn. De broeken moesten los, dat zegt genoeg. De komende dagen zijn restjesdagen. We gaan door tot het bittere eind. 

Echt uit eten gaan doen we zelden. We zitten wel eens tussen stoffige beren, maar een vijfgangendiner kan ik op mijn buik schrijven. Ik kan me best voorstellen dat met mes en vork eten voor kinderen soms best saai kan zijn, maar voor mij is het ook geen pretje. Het begint al bij de eerste vraag. “Hebben jullie zin om ergens wat te gaan eten?” Het eerste antwoord van mij is al, nee lieverd, Domino's is geen restaurant. 

Dan komt het vullen van de  'zoethoutas'.  Vochtige tissues voor vette monden en handen, die ook altijd handig zijn om gemorste (uitgespuugde) stukjes pizza of andere allerlei van tafel of van de grond op te rapen. Want één servetje is natuurlijk een lachertje met kids. Op een pizza mag blijkbaar geen ansjovis en olijven zitten en teveel kaas, paprika en salami worden zonder pardon van de pizza geveegd.  Ik vraag me dan ook af waarom de kids toch iedere keer weer een pizza willen.  Laatst zette ik een opgewarmde diepvries pizza op tafel,  maar niet voordat ik alle ingrediënten ervan af had geschraapt. Mijn jongste dochter heeft de rest van de dag niet meer tegen me gepraat en nam van narigheid een boterham met hagelslag.  Inmiddels heb ik de pizza op de derde plaats in mijn top drie haatgerechten gezet. 

De tas wordt verder gevuld met tekenpapier en kleurtjes en voordat je het in de gaten hebt, zit je ijverig te kleuren om je kinderen te laten eten.  De Nintendo mag natuurlijk ook niet ontbreken en na het kleuren, hoor je honden blaffen en loop je je hersens te pijnigen met Sudoku, want dochterlief komt maar niet verder. Gelukkig had je toch al geen trek in die pizza, warm is deze net zo vies als koud.  Bovenin de tas prop je als laatste de camera, die alle (gezellige) momenten van de kinderen vast moet leggen.  Uiteten gaan is hard werken.
   
Heb je een keer geen zin om te koken, dan wordt het maar afhaal- of bezorgvoer.  Hou je van verrassingen, dan is dit een must.  Shoarma omarmd door een broodje. Waarom krijgen kinderen geen steenpuisten in hun gezicht van gekruid varken?  Smakelijk werken zij het broodje weg, terwijl ik de wegspringende stukjes zeen en vet doordrenkt van knoflooksaus in mijn mond probeer te houden.  Goed voor een tweede plaats. 

Er zijn ook eetgelegenheden waar je geen zoethoutas nodig hebt.  De kinderen vallen  hun eten gulzig aan en tussendoor zijn ze ijverig aan het spelen, knutselen en puzzelen met het doosje en de inhoud van de door mij gewraakte Happy Meal. Patat zonder zout, of met zoveel zout waardoor je je nieren hoort kreunen en een kleur die eerder wit is dan goudgeel, kipwratten of een bedorven hamburger.  Dit duivelse doosje staat dan ook met stip op nummer één in mijn haatgerechtenlijstje.

Ach, het zal er heus wel eens van komen dat ik en mijn lief chique de Paris ergens gaan degusteren. Maar het liefst heeft Dennis gewoon een menuutje onder zijn neus waarop staat  'onbeperkt spareribs eten'.  Zo zie je maar, komen die vochtige tissues toch weer van pas. Tot die tijd doe ik mezelf gewoon plezier met mijn eigen gemaakte kippensoep, een opgewarmd prakje kroten en een bal gehakt,  een leuke film op televisie en de kinderen vroeg naar bed. En als mijn lief nou de zoethoutas vult met dingetjes voor mij, dan kan mijn avond vast en zeker niet meer stuk.


Afbeeldingsresultaat voor mcdonalds








vrijdag 25 december 2015

Compatibel


Oeh, hoor ik van beneden komen, Ah, Ohhhh. Jaaa! Grote hilariteit in Esmay der slaapkamer. De zussen zijn even zoals Mario en Luigi, verbonden door pixels.  Merel mag wat later naar bed, want ze wilde per se een level maken met het van Santa gekregen spelletje Super Mario Maker.  Ik hoor Esmay af en toe zuchten dat het nu wel tijd is dat dit dream team gescheiden wordt.

Eerste kerstdag was een dag zoals kerst hoort te zijn. Na de cadeautjes, lekkere croissantjes, lunch bij mijn broertje en in de namiddag weer in comfy kleren filmpje kijken op bed. Ja op bed, want zodra de nieuwe Xbox One was aangesloten, had Meneer zich geïnstalleerd op de bank en bleef alleen de tv op Merels kamer beschikbaar. Gezellig met haar naar de film 'My neighbour Totoro' gekeken. Geen kerstfilm, maar zo lekker downloaden met je dochter onder haar nieuwe kerstdeken (met chocolaatjes natuurlijk) is het genieten ten top. Dit is voor mij kerst.

Hoe gezellig het ook was, we missen wel de aanwezigheid van een aantal geliefden. Mijn vader zal vast en zeker genieten van een portje samen met zijn broer. Dennis zijn moeder zit aan een advocaatje met slagroom. En wij gaan door, zoals altijd. We bellen, appen, facebooken, mailen en delen al onze gebeurtenissen, herinneringen en gedachten met de wereld.  Maar ondanks al deze mogelijkheden is er helaas geen connectie met de andere zijde.

Het mooiste moment van de dag was het krijgen van een specifiek cadeautje van Esmay.  Gewoon een kleinigheid en eigenlijk iets dat je geeft als je even niets meer weet. Maar het ging om de tekst dat erop stond. Bij het uitpakken van het presentje, werden zijn ogen nat. Hoe blij hij ook is met zijn nieuwe spelcomputer, dit was toch wel het ultieme. Wat heeft hij een geduld gehad, zich moeten aanpassen aan drie mensen, wij maar aan eentje. Zoveel lijntjes uitgegooid. Wat heeft hij gewacht op deze connectie met zijn grote 'dochter'. Gehoopt. En nu eindelijk online verbonden.

Later vanmiddag toen Merel in zijn armen lag te kroelen zei ze: "Het is echt waar hoor wat er op die beker staat". Hij keek Merel aan en ze zei zacht:

"Je bent ECHT EEN SUPERDAD!"







maandag 21 december 2015

The Wishlist


'I am driving home for Christmas' stond er in mijn whatsapp. Mijn ventje heeft vakantie. Tien minuten nadat mijn lief binnenstapte, kwam mijn grote dochter ook thuis. The family is compleet. Merel ligt moe op de bank na ons rondje kerstkaarten bezorgen op de fiets. (de teller stond op ruim vijftien kilometer)  De poezen dreutelen in de keuken om me heen. Iedereen heeft honger.

Het water kookt en wild schud ik de macaroni erin, te wild natuurlijk want de helft ligt ernaast. Breek mijn nek bijna over de viervoeters die maar blijven zeuren om brokjes en hoor de verhalen van mijn dochter aan. Verdorie, brandt mijn gehakt ook nog aan en vergeten uien te kopen. Een gewone doordeweekse dag. Alleen nu geen Masterchef op de achtergrond, maar Christmas songs.

Mijn boodschappenlijstje ligt op het bureau en af en toe vlieg ik erop af om wat toe te voegen. Er lijkt geen eind aan te komen. De mooiste gerechten proef ik al, maar met mijn kookkunst mag ik blij zijn, dat onze gasten zonder oprispingen naar huis gaan. Kerst geeft stress, hoorde ik net tussen Rudolph en Flappie. Inderdaad, maar kerst zonder stress is ook zo saai.

Ik heb mijn best gedaan op het inpakken van de cadeaus en ze liggen al te pronken onder de boom. Blij dat ik mijn kids dit jaar heb kunnen verwennen, maar niet overdreven. Geen extra's die een uur later al vergeten in de hoek liggen. Esmay kan straks nieuwe levels maken met  Super Mario Maker en Merel krijgt stabilo fijnschrijvers en een capo voor haar gitaar en nog wat snoeperijen natuurlijk.

Mijn lijstje blijft leeg. Natuurlijk zijn er wensen, maar die passen niet onder onze mooi versierde boom.

My Secret Wishlist:

* Een groeispurt voor Merel, die ze zo graag wilt.
* Esmay haar draai gaat vinden in haar opleiding.
* Dat alle kabeltjes die Dennis heeft aangelegd door het hele    huis, doen wat ze moeten doen.
* Dan toch eindelijk die bruiloft:)
* Mijn medicijnen hun werk blijven doen
* Ooit eens fatsoenlijke macaroni kan maken.
* And last but not least:

Dat al jouw wensen en dromen mogen uitkomen.

Fijne Feestdagen iedereen!

zondag 6 december 2015

Nep of Echt

Wat is het toch met veel vrouwen. Als het erop aan komt, gaan ze allemaal overstag. Er gaat niets boven een echte, wordt er dan gezegd. De grote, de vorm en zelfs de oergeur is allesbepalend.

Jarenlang was ik op zoek naar een vervanger, maar als puntje bij paaltje kwam, koos ik altijd voor een echte prikkende staande . Soms met spijt, want na een tijdje bleek dat het maar van korte duur was. Na een paar weken kwam zijn ruwheid boven water en achteraf bleek dat hij behoorlijk kalend was voor zijn leeftijd. Dat was het moment dat je hem maar gauw buiten de deur moest zetten, maar niet voordat je hem uit frustratie behoorlijk had afgetuigd. Voor hem tien anderen.

Soms had ik geluk en vond ik er eentje met sterren in zijn ogen die me voor weken in de ban hield. Het versieren vond ik het leukste en voor je het wist had je zijn ballen al gekeurd en een piek in je hand. Iedere avond knus bij hem zitten voor een knapperend haardvuurtje. Flesje wijn erbij en zo kwam je toch warm die koude laatste maand van het jaar door. Zelfs als je hem niet meer nodig had, bleef hij nog even hangen, maar wanneer je ging nadenken over je voornemens voor het nieuwe jaar, bleek toch dat je in het komende jaar een nieuwe start wilde maken en voor je het wist was het huis weer leeg en eenzaam.

Ik gooide het over een andere boeg. Met mijn meest sexy jeans liep ik door de winkelstraten in de hoop een appetijtelijk uitziende kompaan aan te treffen. Maar hoe ik ook met mijn kont zwaaide en mijn meest flirterige hoofd opzette, er kwam geen reactie. Dan maar op andere locaties proberen. Parken, buurtsupers en tuincentra liep ik in en uit, maar er was er geen een met wie ik contact kreeg en hopelijk mee naar mijn huis kon dirigeren. Maar uiteindelijk zag ik hem, daar stond hij, breed, stoer en de rug recht, maar na wat verder gekeken te hebben, bleek dit er eentje te zijn die van plan was flink op mijn zak te teren en daar het leven duur is tegenwoordig, moest ik met pijn in mijn hart afscheid van hem nemen.

Met hangende schouders ging ik weer huiswaarts. Mijn dochter probeerde me met troostende woorden wat te kalmeren.”Je vindt er heus wel één mam. Het duurt gewoon wat langer, maar uiteindelijk vind je er één die precies goed voor je is.” Wat voor een moeder ben ik, die haar dochter haar zogenaamde voorbeeld bemoedigende woordjes laat influisteren. “ Jullie moeten er ook mee leven, zei ik met trillende stem. Ik wil niet dat jullie straks zeggen, wat heeft mam nu weer mee naar huis genomen.”

Die avond in mijn bed had ik de knoop doorgehakt. Het was gewoon niet mijn jaar. Met een weemoedig gevoel in mijn buik en hoofd ging ik overstag. Het kon gewoon niet anders.Treurig ging ik de dag erop, richting de stad. Zoekend in winkels naar het meest mooie exemplaar. Het zag er niet uit. Eentje leek meer op een met botox volgespoten Gerard Joling voordat hij zijn beenharen in zijn hoofd had laten transplanteren. Een ander meer op Herman den Blijker, groot en kaal.  Maar ergens tussen al deze zielige hoopjes stond er één die mijn goedkeuring kon dragen. Niet zo groot, maar wel vol en buigzaam. Hij rook naar niets, maar ik heb toch een hekel aan roken. Het voordeel was, dat ik er waarschijnlijk langer plezier van kon hebben dan die ene die mijn portemonnee zou plunderen.

Toen hij eenmaal was geïnstalleerd op de achterbank van de auto, was ik toch wel tevreden. Thuis kroop hij gauw naast de openhaard en de kinderen vonden hem prachtig. 's Avonds was mijn moment. Ik versierde hem zoals ik nog nooit gedaan had.  Zwijgzaam had hij zijn lot aanvaard en het huis opgevuld.

Een paar jaar later, niet meer passend in mijn strakke jeans, de hoop opgegeven, geheel onverwachts, was hij daar. Een grote stoere, een volle en een klein beetje kalend. Zomaar op mijn pad. Het was echt een blijvertje. En wat ben ik dankbaar. Uiteindelijk gaat er niets boven een echte. (met prima ballen en piek)  Eén die me warm houdt en gelukkig maakt, met de kinderen speelt en samen de meest gezellige tijd van het jaar doorbrengt.

Fijne Kerstdagen iedereen!

dinsdag 24 november 2015

The Highlands

Mijn blik dwaalt over groene valleien. Omarmt door mist. Liefde vult mijn hart. De ogen zijn nat. Gedragen door klanken van serene rust. Zo zijn mijn herinneringen. Als klein meisje was ik daar op vakantie. Daar waar ik hoorde. Zoiets voel je. Het verlangen blijft. Mijn vorige leven. Niet iedereen gelooft in reïncarnatie. Toch ervaren zoveel mensen wanneer ze ergens zijn, dat die plek vertrouwd is, bekend. Alsof ze thuiskomen.

De Schotse Hooglanden, een plek waar je je niet kunt voorstellen dat daar geweld heerste. Oorlog liep als een rode draad door het verleden. Het volk, trots met opgeheven hoofd, nog steeds, zoals dat hoort in zo'n majestic land. Strijdlustig en nooit opgeven. Vechtend, altijd. Een voorbeeld. Vooral nu.

De straten van Brussel verlaten. De Grote Markt vermaard om zijn historische rijkdom is zijn vrijheid kwijt. Angst heeft helaas al veel ingenomen. Kinderen veilig thuis. Wachtend op het verlossende woord, dat terreur niet heeft gewonnen. Maar de inwoners van deze stad zijn sterk en groots en gaan door. Bannen angst uit. Borst vooruit en gaan door met leven.

Zo hier in de straat merk je niets van de onrust, die langzaam dichterbij komt sluipen. Toch voeren velen al innerlijk oorlog.  Mensen die hun hart al hebben laten vervullen met haat, angst en wraak. "Ik voel me niet meer veilig, mama", zei Merel vorige week net voor het slapen gaan.

Ik antwoordde: "jij bent veilig lieverd, want wij zijn Highlanders en geven nooit op. Liefde is altijd sterker dan angst."



vrijdag 20 november 2015

Bikebitch

Vanaf mijn twintigste heb ik altijd vier wielen onder mijn kont gehad. Meestal waren het barreltjes en op de een of andere manier werden ze een deel van mij. Juist omdat niemand ze meer wilde en ik ze met open armen ontving. Een krakende deur, piepende remmen of stotterend op gang komen, ik was altijd zo trots dat ze me toch brachten waar ik zijn moest. Keer op keer.
Toen mijn portemonnee iets dikker werd, verjongde mijn voiture en volgroeide deze in een rap tempo. Hoe heerlijk was het om mijn boodschappen met deze zilveren god te doen . Hij was afgetraind, dus bijzonder breed in de schouders. Hij deed wat ik wilde, dat is in het echte leven wel even anders. Hij hield niet op bij tweehonderd en hij gaf me meer adrenaline dan ik eigenlijk nodig had. Hij zat als een paar schoenen die ingelopen waren en waar je geen afstand van kan doen. Hij brulde alsof hij klaarkwam als ik het gaspedaal nog dieper in trapte en tegelijkertijd verwarmde hij mijn billen op de juiste temperatuur.
Na mijn echtscheiding bleef ik alleen achter. Wat miste ik hem. Maar ik moest door, hoe dan ook. Om mijn verdriet te verzachten kreeg ik van mijn moeder en mijn broertje een klein oud opdondertje. Hoewel ik vaak doodsangsten heb uitgestaan op de snelweg tijdens wind en sneeuwbuien, zijn we er altijd heelhuids uitgekomen. Het blikje heeft het helaas niet overleefd. We moesten afscheid van hem nemen langs de kant van de snelweg in de snijdende kou in hartje januari. Triest zwaaiden we hem na toen hij achter de takelwagen richting begraafplaats ging. Dag lieverd, dank je voor je goede zorgen. Hallo bicyclette.
In het begin kon ik regelmatig een auto lenen, maar toen hield het op. Ik rechtte mijn rug en ging ervoor. Dan maar koude billen, ik liet me niet kennen. Ondertussen fiets ik al een jaar dagelijks naar mijn werk. Per week toch gauw vijftig kilometer en soms doe ik er voor de lol nog een paar rondjes bij. Zoals dat er bij automobilisten nogal wat verkeershufters voorkomen, zo ondervind ik dat ook onder de fietsers. Afsnijden, spatbordkleven, geen richting aangeven, even je schouder aantikken omdat het mobieltje alle aandacht opeist of gewoon met zijn drieën voor je blijven fietsen, zodat je er echt niet langs kan. Er zat niets anders op dan te leren hiermee om te gaan. Het werd tijd dat ik wat steviger op mijn pedalen ging staan en me niet van mijn fiets liet verjagen.
Van een onzekere peddelaar ben ik veranderd in een behendige en snelle bikebitch. Druk bellende en appende tieners lach ik finaal uit. En scootmobielen, pas op! Jullie hebben niet het alleenrecht. Die twee oude dames hebben niet eens meer door, wanneer ik ze inhaal en afsnijders krijgen niet eens de kans. Ik ben als Lucky Luke op mijn stalen ros. Natuurlijk mis ik weleens de behaaglijkheid van een dak boven mijn hoofd, maar zo met mijn haren in de wind en regen in mijn gezicht, is het heerlijk thuiskomen, waar het warm en droog is. Alleen mijn billen, die blijven koud. Dus...

Lieve Sint,
In hevige kou, in weer en wind
Vrolijk zwaaiend naar ieder kind
Zo zittend op uw paard
Ver weg van huis en haard
Heeft U geen koude billen?
Bezit U iets wat ik zou willen?
Het is soms zo koud op de fiets
Mijn achterwerk vindt dat maar niets
Oh Sint denk eens aan mij
En maak dit jaar mijn bibsje blij
Op mijn lijstje staat daarom maar één iets
Een verwarmd zadel voor mijn fiets.








dinsdag 10 november 2015

Pavor Nocturnus



Tussen tien en elf uur ´s avonds zijn mijn oren gespitst. Ik kijk gewoon televisie, maar ben er meestal niet echt bij. Zou het weer zover zijn? En ja hoor, ik hoor gehuil, geroep op een manier dat de rillingen over je rug lopen. Vaak voel ik al wanneer het komt en loop snel naar haar slaapkamer en inderdaad zit ze rechtop in haar bedje met grote angstige ogen. Soms slaat ze zichzelf, maar voornamelijk is ze compleet in paniek. Met gebalde vuistjes vecht ze tegen iets wat ik niet kan zien. Ze roept dat ze verdrinkt, papier wat maar blijft knisperen, iemand die haar pijn doet en soms staat ze in brand. En het enige wat ik kan doen is naast haar zitten en wachten tot het over is. Night Terrors of Pavor Nocturnus. Jaren geleden begonnen, een tijdje weggeweest en nu is deze slaapstoornis in volle hevigheid terug. In het begin probeer ik haar te troosten, maar ze ziet me niet. Na een minuut of tien begint ze te klappertanden en weet ik dat het einde in zicht is. Ik streel zachtjes over haar haar en vertel haar hoeveel ik van haar hou. Ze hoort me niet. Toch blijf ik het zeggen. Met een zucht en een totaal bezweet gezicht laat ze zich in haar kussen verdwijnen en slaapt gewoon weer verder. Tegenwoordig maak ik haar regelmatig wakker, gewoon om de terror niet te lang te laten duren, maar het maakt eigenlijk niets uit. Ze kan het zich toch niet meer herinneren, het is tenslotte geen nachtmerrie. Gelukkig verdwijnt dit fenomeen bijna altijd wanneer kinderen ouder worden. Laten we hopen dat het gauw over is, want door die gebroken nachten stapt ze soms met het verkeerde been uit bed en wordt haar gezichtje steeds witter. Ik ben zelf iemand die intens droomt en deze nog vaak kan herinneren. Vaak dezelfde dromen. Vaak dezelfde personen. Vaak vol emoties; woede, verdriet, onmacht, haat. Mijn zogenaamde 'night terror'. Het verleden komt dan regelmatig voorbij en wat ben ik blij als ik vroeg wakker gemaakt wordt met een kus en de woordjes ´ik hou van jou´. Het zal een verwerkingsproces zijn, denk ik. We hebben veel terror meegemaakt en dat heeft consequenties. Heel triest voor Merel, want laten we wel wezen, meisjes van tien moeten eigenlijk over pluizige eenhoorns en bloemenveldjes dromen. Vanavond vroeg Merel of ze mocht gaan slapen met de radio aan. Terwijl ik dit schrijf hoor ik 'I am driving home for Christmas' en 'When Christmas comes' uit Merels slaapkamer komen. Sky Radio Non-Stop Christmas songs vullen het huis. Op de deining van deze nocturnes hoop ik dat ze vanavond droomt van engeltjes, sneeuwvlokjes en gezelligheid en warempel, het is stil, nog steeds stil. Ik voel me helemaal warm worden. Hopelijk blijft ze nog lang in winter wonderland waar angst geen kans krijgt en wordt ze pas wakker wanneer de zon de duistere nacht verdringt.

zondag 8 november 2015

Action


Prachtig herfstweer en hup even de stad in. Met Merel achterop de fiets, richting de Action (anders ging ze niet mee). Mevrouwtje moest natuurlijk haar zakgeld daar brengen. Wat is dat toch met de Action. Die aantrekkingskracht op kinderen.

Zodra je binnenkomt, wordt je overwelmd door een ietwat chemische lucht. Als robots lopen jonge grieten de vakken te vullen, die binnen een mum van tijd weer leeggegraaid worden.  Een groepje jonge tieners dreutelen bij de schoolspulletjes. Merel is wat klein en bangig en blijft bescheiden wachten tot de roedel naar het volgende vak verschuift. Brutaal duwen een paar etterbakken haar opzij en drukken hun porums in de left overs van gummen, telefoonkabeltjes en agenda´s. Of zij daar ooit wat in zouden schrijven.

Een gat in de markt is dit concern. En ja, ik ga ook regelmatig voor de bijl. Helemaal met een dochter als student of is het meer student als dochter?  Mijn oudste is weer even thuis. Na weken van missen is ze weer hier om het thuisfront te versterken.  Het op kamers wonen heeft haar goed gedaan. Geen rekening wordt te laat betaald. Ze eet daar zowaar drie keer in de week gezond. De overige dagen worden gevuld met bezoekjes aan Domino's. Ze leeft op water en Karvan Cevitam, drinkt geen druppel alcohol, inhaleert de wietlucht van de buurvrouw en speelt ijverig in de avonduurtjes op haar ukelele. Niet een standaard student, maar ze is op de goede weg.

De universiteit heeft een stage geregeld in de buurt van haar ouderlijk huis. Dat hadden ze even niet vermeld. Net op kamers en dan opeens weer opgescheept worden met mam, stiefpap en het 'action' zusje. Na twee weken is mijn dochter weer dochter en is de student verdwenen. Haar slaapkamer is weer een bende, de was ligt op de grond en je kunt precies zien wat ze gegeten heeft.  Geen Domino's in ieder geval.

's Ochtends om zes uur vertrekt ze richting bejaarde en stokoude dametjes die of zeuren of zingen. Bedlegerige heertjes in geruite pyjama jasjes en knokkelknieën. Hoe vreemd zal het zijn om ineens brosse mensjes te moeten helpen, terwijl je zelf nog in de kinderschoenen staat. Maar ze ging ervoor. Ze liet ze zeuren, ze veegde billen, ze waste oksels en alles met een lach, of iets wat op een lach leek. Het was nu of nooit: Action!  De ene na de andere was aan de beurt en terwijl haar collega met oma even gezellig een peukje rookte en bij roddelde over de buurvrouw van de overkant, deed Esmay waar ze steeds beter in is geworden. Ze bleef rustig ademhalen.

Het is fijn haar weer thuis te hebben. Over een paar weken gaat haar trein weer richting Vlissingen. Ze mist haar thuis daar. En dat is goed. Het betekent dat ze haar weg heeft gevonden. Haar manier van leven, wat haar ligt. Wij snappen dat, alleen voor haar zusje is het moeilijk. Ze mist haar erg en geniet met volle teugen nu haar grote zus weer even thuis is. Ze zal er wel op hameren dat ze in de kerstvakantie bij haar zus wil gaan logeren,  net als in de herfstvakantie.

Voor Merel is dit tripje het gat in de markt. Een zus die vlakbij het strand woont.  Pizza eten en ´s avonds filmpje kijken met popcorn  en andere lekkernijen en geen moeder die zeurt dat het bedtijd is. En met als klap op de vuurpijl: een van de grootste Actions van Nederland. Maar in haar hart weet ik zeker dat ze alle Actions van de wereld op zou willen geven, als haar zus weer thuis komt wonen. Zodat ons thuisfront weer op volle sterkte is.





zaterdag 7 november 2015

1061

Voor vele gewoon wat cijfertjes. Nietszeggend. Voor sommige een passie, maar dan liever genaamd priem. Misschien wel je pin. Een lach wanneer het op je bankrekening wordt gestort. Een schok als het een rekening is. Of een datum, waar je even bij moet slikken.

Vandaag was het de dag van de 10. Geen priem, maar een samengesteld getal. Tien jaar is een nichtje geworden. Een decennium. Dit woord voelt eigenlijk aan als zoveel meer jaren. Foto´s van baby tot nu. Van flesje tot grote mond. De eerste tien jaar van je kroost is bijzonder. Van niets tot iets, van hulpeloos tot zelfstandig. Van meegaand tot dwars.

Mijn Merel is ook tien. Tien onvergetelijke jaren. En dan opeens realiseer je je dat het omgevlogen is. Soms zo volwassenen en soms ook weer zo klein. Black Bird op de gitaar en knuffel in haar bed. Het is de leeftijd dat alles nog kan en soms moet. Althans van mij. Soms moet ze nog wat klein blijven, want stel dat de volgende tien jaar nog veel sneller gaan. Misschien mis ik dan wel een stukje, of mag ik helemaal niet meer in haar verhaaltjes meespelen.

Wat kan er een hoop veranderen in 520 weken. In week 1 woonden we nog in Bruinisse. Ruim 380 weken geleden vertrokken we naar Malta en 173 weken geleden keerden we weer terug naar Nederland. 122 weken geleden werd ik overvallen door de liefde en nu zijn wel al 66 weken een ´samengesteld´ gezin. En alles is in een wervelstorm verlopen.

Er zijn een aantal getallen die in mijn geheugen gekerfd zijn. Datagetallen waar je niet omheen kunt. Die impact hebben gehad in je leven. Waardoor je bent veranderd. Cijfers die bepaald hebben hoe jij in het leven staat. Soms goedschiks, soms kwaadschiks. Sterk of gebroken.

1061 weken geleden is het nu. Twee decennia lang moet ik je al missen. Daarom nu zo beseffend dat de tijd me inhaalt en nog meer moet genieten van mijn opgroeiend gras. Want hoe ouder je wordt hoe sneller de tijd gaat. En de wervelstorm gaat gewoon onverhinderd door.


© Annemarie Markesteijn


maandag 5 oktober 2015

Jam Session à l'Auberge


Zondagmiddag vijf uur, de waardin tapt haar biertjes. Wat krukken nog koud, maar de atmosfeer warm. Ik kijk omhoog.  Geschiedenis hangt te pronken aan het plafond. Posters, keyboard, herinneringen, alles vergeeld, maar niet vergeten. Apparatuur wordt aangesloten, gitaren gestemd. Whiskey en een peuk strelen de stem om later voor de microfoon te laten zien wat er in huis is. Langzaam komt alles op gang om te doen waar het stadscafé goed in is. Samen muziek maken.

Waar er vaak narigheid heerst in horeca, is het op deze plek alleen maar gezellig. In een vorig leven kwam ik er heel soms, lang geleden. Nu hebben we deze ene zondag in de maand vastgepind in onze agenda. Toen mijn dochtertje van tien een keer mee ging, was het duidelijk voor haar wat ze ging doen met de rest van haar leven. Geen dierenarts of juf, maar ervoor zorgen dat zij haar plekje kan gaan confisqueren, daar bij de rest. Vingervlugge vingertjes die meespelen, met Highway to Hell en Hotel California.

Jaloers zit ik op mijn kruk. Het enige muzikale wat ik heb, zit in mijn voet, die een beetje onzeker meedeint op de muziek. Tekst, ik kan nog geen drie zinnen onthouden. Gelukkig hoort niemand mijn gemurmel door het volume wat de tent vult. De drummer 'Animal' gaat tekeer en mijn gehoor geeft het op. Janis Joplin, Anouk, John Mayer, Amy Winehouse komen voorbij. Van Hillbilly tot Rock, het is maar wie er komt spelen. Black and Blond, de Duo Penotti van de muziek zijn natuurlijk ook aanwezig, inmiddels onderdeel van het meubilair. De muzikale kant van mijn familie.

Dit monumentale pandje in Dordrecht doet zijn naam eer aan. Een stadsherberg was vroeger een plek waar reizigers onderdak vonden, wannneer ze ´s avonds de stad niet meer in konden omdat de stadspoort gesloten was.  Waar de herbergier allerlei pluimage welkom heette, het bier koud stond en hun thuis liet voelen. Maar het is een goede herbergier, wanneer de klanten terug willen komen en zo blijkt dus dat dit muzikale intermezzo op zondagmiddag reizigers uit den vreemde samenbrengt en oude tijden doet herleven.


© Annemarie Markesteijn






























donderdag 1 oktober 2015

Kattebelletje van vandaag: Ben er niet, ik geniet!





Schudden met die billen


Oh, ik heb de kriebels, zin om even de benen te strekken. Het zal wel door het mooie weer komen en al die sportieve mensen die voorbij komen huppelen. Heel eventjes kon ik net op een drafje richting supermarkt, omdat ik een boodschapje vergeten was. Het feit dat met iedere huppel mijn bilpartij naar boven schoot en de zwaartekracht nog harder aan mijn derrière trok, maakte mij van een hinde een ronddenderend nijlpaardje.

Ik heb ooit eens tien kilometer kunnen hardlopen.  Na een training van een paar maanden, behaalde ik dit mijlpaal in mijn onsportieve carrière. In combinatie met fitness en zumba, had ik een conditie van waar je u tegen kon zeggen. Als ik in de spiegel keek, herkende ik mezelf niet. Jeetje wie was die goddelijke griet! Maar om dat strak afgetrainde lichaam zo te houden, moet je wel blijven trainen. Vijf dagen in de week was ik ermee bezig. Voeding aangepast en stug doorgaan. Mijn moeder zei: "Zou je niet eens stoppen, je bent helemaal niet mooi meer".  Helaas zag ik nog steeds dat uitstulpinkje op mijn heup en mijn billen wilde ik echt nog drie centimeter hoger hebben.

Noodgedwongen moest ik stoppen. Een strak figuur moet ook lenig zijn vond ik en inderdaad na wat stretchen zat ik echt wel in die split. Helaas  kwam ik er ook niet meer uit. Acuut hamstring letsel. Weken liep ik mank en van die sexy zumba danseres was weinig over. Ik liep in de houding van mijn  oude buurvrouwtje, die me schaterend met haar rollator overal voorbij sjeesde.  Stomme ouwe tang.

Misschien wordt het inderdaad weer tijd om mijn Nikes op te zoeken. Rustig van wandelen, naar snel lopen en over een tijdje me wagen aan een kilometertje of zo. Ik heb er zo'n zin in. Mijn hamstrings zitten inmiddels goed verpakt en beschermd in een paar extra lagen vet, dus die kunnen weer tegen een stootje. Mijn enige probleem is mijn blaas. Die werkt natuurlijk niet zo best meer. Als ik de afwas ga doen, dan heb ik voordat ik bij de wc ben al in mijn broek geplast. Wat nu als ik ga hardlopen? Bij iedere dreun op de stoep, een druppel de vrije wereld in. Ach, bij flink wat lopen, krijg ik het vanzelf warm en dan verdampt die natte plek heus snel. En naast die zweetlucht die ik meebreng als ik na tien minuten terug ben, valt die urinegeur vast niet meer op.

Verdories, mijn goede voornemens zijn nu al de mist in gegaan. Mijn verhaaltje duurde iets langer dan de bedoeling was. Het is al behoorlijk donker buiten en tegenwoordig is het niet aan te raden om als vrouw zijnde alleen te gaan joggen. Maar aan de andere kant, als ik straks met mijn niets te raden, maar alles te wensen goddelijke lijf in mijn oude joggingbroek stinkend naar urine en zweet mezelf voortsleep, verjaag ik wel alle potloodventers en viespeuken en maak ik de weg vrij voor alle jonge hindes, die denken eeuwig strak te kunnen blijven, door vrolijk te gaan rondhuppelen, niet beseffend dat ook hun billen ooit gaan schudden. Als een nijlpaardje op weg naar de supermarkt.


Afbeeldingsresultaat voor hippo madagascar

maandag 28 september 2015

Tussen Kunst en Kans



Zittend op Merels bed, sloeg ik een voor mij magisch boek open. Het oneindige verhaal.  Ik lees graag voor, maar eigenlijk lees ik mezelf het liefste voor. Een paar dagen geleden hebben we, ik en mijn vele andere stemmetjes, de avonturen van Harry, Ron en Hermelien afgerond. Hagrid liet me vriendelijk grommen, Sneep klonk hatelijk vals en Anderling toverde een strenge deftige stem. De film naderhand, gezellig knus samen in haar bed. Zoveel was er anders dan in het boek, zei Merel. Gelukkig had ze opgelet al die weken zo net voor het slapen gaan.

Het eerste hoofdstuk van The Never Ending Story, liet me weer terugkeren naar mijn kindertijd,   toen de film uitkwam. Tot mijn schaamte heb ik het boek nooit gelezen. Tot nu.  Bastiaan, een jongen die wanneer hij las, alles echt werd, hij deel ging uitmaken van alle avonturen. Ik herkende dat ook. Nu nog kan ik alle boeken noemen die ik in een keer uitgelezen heb. Misschien wel tientallen keren, omdat ik iedere keer weer iets anders ontdekte, wat ik al die keren ervoor gemist had.  Iets wat nooit verveelde. Nu nog niet.

Ook als ik schrijf,  zie ik, voel ik.  Het laten leiden van je gevoel en het loslaten van aardse onbenulligheden geven kracht en energie. Je voelt even niet of het koud of warm is, honger en dorst liggen even stil, want wat jij doet is op dat moment zo belangrijk, Nee, niet belangrijk, er bestaat gewoon even niets anders. Dat is, denk ik,  wat kunst is. Kunst is iets wat gemaakt wordt door iemand, die even zweeft tussen het aardse en de hemel in. Een schrijfsel, een schilderij, een bloemenbed, een prinsessen taart, maar ook gewoon een krabbel, die krabbel die je zet als je met iemand aan de telefoon zit. Die hand volgt dat ene moment, dat moment, die jij niet onder controle hebt.

Het Rijksmuseum en het kabinet hebben twee schilderijen van Rembrandt aangekocht. Ze telden daar honderdzestig miljoen euro voor neer. Natuurlijk een prachtige aanwinst voor het museum. Kunst, daar zou het onder moeten vallen. Rembrandt die toentertijd tegen betaling, twee vast wel aardige mensen kopieerde op doek. Niets geen inspiratie, geen brandend verlangen iets te schilderen van waar zijn hart van open ging staan. Nee, een hele ouderwetse copy and paste. Knap, heel knap natuurlijk. Maar is dit echte kunst, kunst met de grote K? Zo´n bedrag voor twee huwelijksportretten waar denk ik zelfs Rembrandt zijn twijfels bij zou moeten hebben.

Honderdzestig miljoen die besteed had kunnen worden aan workshops voor kinderen, die niet de kans krijgen de kunstenaar in zichzelf te vinden, maar die zeker en vast aanwezig is. Want ieder kind heeft een talent, alleen moet die soms gevonden worden. Knutselen, tekenen, muziek maken, boetseren, schrijven etc. Een kind laten voelen dat er een plekje is tussen hemel en aarde, waar het zich helemaal vrij voelt. En misschien, staan er dan wel tien Rembrandts op. Misschien wel duizenden met ieder zijn eigen unieke kunstje.

Maar om een kind te laten voelen, misschien wel zoals Bastiaan, daar hoef je gewoon een boek voor open te slaan. Je kind meenemen op reizen, die onbegrijpelijk, avontuurlijk of gevaarlijk zijn. Dat is pas magisch. En gelukkig mag ik mee.



Afbeeldingsresultaat voor huwelijksportretten van maerten soolmans en oopjen coppit

vrijdag 11 september 2015

De verzamelaarster




Morgen gaat het gebeuren. De dag dat we hopelijk onze troep kwijtraken. Een aantal weken geleden hebben Merel en ik een kraam gehuurd op een kinderrommelmarkt. Al een aantal dagen zijn we spulletjes aan het verzamelen die door ons vergeten zijn, onbruikbaar geworden of waar we gewoon op uitgekeken zijn.  Wat een strop, we kregen een tweede doos niet eens gevuld. Tja dat heb je met manlief, die niet tegen rommel kan. Toen we gingen samenwonen, is de helft van onze inboedel naar de Kringloopwinkel gegaan, hebben we veel speelgoed weggeven aan een goed doel en herinneringen opgeslagen achter de schuifwand in Merels slaapkamer.

Daar die kraam toch gevuld moet worden, aan de bel getrokken bij moeders.  Dat het huis tot aan de nok toe gevuld is, wil niet zeggen dat zij ergens afstand van kan doen.  Ze is een verzamelaarster in hart en nieren. Zoek je iets speciaals, iets gek, iets ouderwets, ze heeft het. En ze weet het ook nog vaak te vinden ook. Haar vader, mijn opa, was ook zo'n verzamelaar. Trots op zijn hebbedingetjes, zijn archeologische vondsten, die hij zelf opgegraven had en zijn spel kaarten met half ontblote dames erop. (mijn neefje en ik, wilden altijd pesten als we op bezoek kwamen, in de hoop dat spel kaarten in handen te krijgen) Opa moest iedere keer een nieuw verstopplekje zoeken.

Gelukkig waren er voldoende spulletjes in mijn ouderlijk huis te vinden, die voor verkoop geschikt waren. Vier dozen waren zo gevuld met te kleine kleertjes van mijn neefje en nichtje. Oude streekromans, die mijn moeder nooit en te nimmer heeft ingekeken en tweehonderd stropdassen die ze eens in een gekke bui op de kop had getikt. Vraag me niet waarom. Ze had ook nog wat oude kop en schotel in de schuur staan, maar ik verzekerde haar, dat die weer regelrecht mee naar huis teruggingen, want wie wil nou foute kopjes met niet bijpassende schoteltjes. Ik wees haar op verschillende objecten, maar nee, die kon ze altijd nog wel een keer gebruiken, zaten herinneringen aan, misschien dat mijn kinderen er wel interesse in hadden, of ze vond het gewoon mooi staan op die plank naast al die anderen tientallen prullaria. Het stond toch niemand in de weg, tenslotte.

Al maanden hamer ik erop, dat moeders echt moet gaan ruimen. De slaapkamer aan de voorkant van het huis, kun je niet eens in. Natuurlijk ook goed spul, maar in mijn ogen ook heel veel troep. Niet eens geschikt voor een rommelmarkt. Vijf monitoren uit de jaren negentig, oude printers, koffers vol vergeelde lakens, jassen met tijgerprintjes,  tientallen, zo niet een honderdtal boeken. Zelfs de bijbel van Spock staat op de plank. Vraag je je nu af wie dat is, dan inderdaad, tijd om dit boek bij het oud papier te gooien. Maar niet door mijn moeder. Ik denk dat het komt, omdat ze alles zo zonde vindt. En ik moet eerlijk zijn, het is zo leuk om weer dingetjes van vroeger tegen te komen, die ik allang vergeten was.

Gelukkig gaat ze het een beetje inzien, dat het echt tijd wordt om in ieder geval, het echt onbruikbare weg te doen. En morgen is de eerste stap.  We gaan ons kraampje inrichten en proberen het voor een klein prijsje van de hand te doen. Wat we niet verkopen, gaat richting Kringloop. Wonderbaarlijk ging mijn moeder daar mee akkoord. Ze komt morgen ook even langs, even kijken hoe we het doen.  Fijn dat mijn moeder zo begaan is met onze verkoopwoede, alleen het grootste probleem is dat als mijn moeder op een rommelmarkt komt, er vaak meer mee gaat naar huis, dan dat er verkocht zal worden.

En zo blijft het huisje van mijn moeder tot de lengte van dagen tot de nok toe gevuld.








Breingein en Muizenissen ook voor kids onder de meter

Lees mee met de avonturen van 

Billy de kat en Prinses Donna



Hoofdstukje 1


Op de schutting loopt een kat

Nieuwsgierig gluurt hij naar binnen

Zachtjes sluipt hij naar de keukendeur

Door het raam ziet hij een etensbakje staan

In de hoek een mandje

Zijn kopje gaat hangen

Ik heb geen huis meer, zucht kat

Wordt iedere keer weggestuurd

Voel me zo alleen en mijn maagje knort

Maar wat zie ik daar

In de hoek van de tuin onder de struik

Een doosje met een deken?

Joepie, ook wat brokjes

Misschien mag ik hier wel even blijven

De keukendeur gaat open

Ik ben zo bang

Rennen, gauw weg!

Misschien staan vannacht de brokjes er nog steeds

Kom ik stiekem terug als iedereen slaapt





woensdag 9 september 2015

De kolibrievlinder

Heerlijk een onverwachts feestje op zo´n prachtige warme zomerdag. Mijn moeder was al vroeg van de partij en in de middag fietsten mijn dochter Merel en ik de muziek tegemoet. Bij aankomst kregen we een warme begroeting en liepen een lange gang door naar de tuin. En wat voor een tuin. De bijen en vlinders genoten tussen de bloemenpracht en vrijwilligers haalden hun hart op met bonen plukken en kindjes met bolle wangen genoten van de aardbeien.

Er schalmde ´Daar aan de waterkant´ en in mijn ooghoeken zag ik al wat voetjes van de vloer gaan. Overal stonden tafeltjes waar mensen gezellig bij elkaar zaten om te knutselen, te tekenen, of om een babbeltje te maken. Of gewoon om een beetje stil te zitten.  Merel begon ijverig mee te helpen aan een mooi mozaïk. Het was gemoedelijk en iedereen scheen het naar hun zin te hebben. Een stukje verderop stond een springkussen, zielig leeg. Midden in de tuin, een stuk afgezet waar wat boerderijdieren zich ophielden. Lui lagen de geiten in het gras, niet van plan om met die hitte een aaitje te komen halen.

Een lange rij vormde zich bij de ouderwetse ijscokar. Caramel en citroenijs met een toefje slagroom. Smoothies, watermeloen, koffie, thee en water werden uitgedeeld. Kijk zo bouw je een feestje. Merel en ik wandelden een beetje rond in de tuin om vervolgens bij de muziek te gaan kijken. Daar vonden we mijn moeder die met iedereen gezellig een praatje aan het maken was. Ze kent veel mensen en ziet ze bijna iedere week.

Een vrouw naast me zat wat stil in haar stoel. Zelfs bij het nummer ´Het dondert en het bliksemt´ van Guus Meeuwis bleef ze gewoon voor zich uit staren,  terwijl een aantal mensen een polonaise vormden. Een lange man dook de dansvloer op en waande zich even John Travolta in Saturday Night Fever. Wat heerlijk om iemand zo te zien genieten. Een andere man had rode koontjes van plezier en met rolstoel en al sloot hij bij de stoet aan.

Wat een heerlijke middag, zei ik tegen mijn moeder. Iedereen geniet. Opeens zag ik een grote vlinder tussen paarse bloemen fladderen. Een kolibrievlinder, wat prachtig en kwetsbaar. Opeens schoot de hand van de vrouw naast me richting diertje en weg was het. Ik keek haar aan en het was alsof er niets gebeurd was. Stil en zwijgend net als de afgelopen uren.

Nog even en dan was deze gezelligheid ten einde.  Een feestje om aan terug te denken. Hartverwarmend,  hartbrekend. Ik draaide me richting de stille vrouw. “Heeft u het naar uw zin gehad mevrouw?”, vroeg ik haar. Het duurde even en toen lichtten haar ogen op. Vol kalmte knikte ze van ja. Dat ene moment dat iemand weer even terug is en voelt hoe het vroeger was, voor ze zichzelf verloren, daar doen al deze medewerkers van dit verzorgingstehuis het voor. Het is als het moment van de kolibrievlinder. Prachtig en kwetsbaar, maar helaas opeens verdwenen.




Te vroeg




In drie dagen tijd, hebben we onze jongste spruit van een peuter in een kleuter zien veranderen. Natuurlijk huilde ik veel harder dan zij, toen ik haar voor de deur van de kindergarten achterliet. Ik mocht niet mee naar binnen en terwijl ze schreeuwde dat ze bij haar mammie wilde blijven, werd ze stevig, half onderste boven, onder een Maltese juffen arm mee naar binnen gedragen. ‘Waarom doe je zo stout tegen mij, mama,’ vroeg ze aan mij. Hoe moet je nu aan een kindje van drie jaar uitleggen, dat je ze gaat achterlaten op school en haar later weer komt ophalen, terwijl ze totaal nog geen besef heeft van tijd. Wat zag ze er prachtig uit in haar uniform en ik vroeg me tegelijk af waar mijn oer-Hollandse dochtertje was gebleven. Haar lievelings korte broekje stiekem onder haar rokje aangedaan.

Tik, tik, tik, wat duren seconden lang als je hart huilt. Nog een uurtje, half uurtje en ik rij maar alvast weer richting schooltje om daar het laatste kwartiertje voor de deur te wachten. Meer moeders stonden te wachten voor de deur. Klokslag half elf kwam er een streng uitziende juf de deur opendoen. ‘Welk kind,’ vroeg ze. Helaas waren een aantal moeders mij voor. ‘Wilt u wachten, want hij heeft het prima naar zijn zin en dan kan hij gewoon tot het einde van de ochtend blijven’, zei de juf. ‘Merel, zegt u, ik ga haar direct halen, ze was erg van streek,’ vervolgde ze. Met dikke ogen van het huilen, kwam ze naar me toe. ‘See you tomorrow, sweetie,’ zei haar juf. ‘School is helemaal niet leuk,’ snikte ze na in de auto.

In gedachten, vertelde ik haar dat morgen weer een schooldag was en de dag erna en daarna. Ze is de hele dag van slag geweest. Zelfs mijn belofte aan haar, om na school naar de Mc Donalds te gaan, wekte haar eetlust niet op. Na een middag van huilen, viel ze uitgeput in slaap. Was het wel een goed idee van mij, om haar naar een Maltese school te sturen? Was vijf ochtenden in de week niet veel te veel? Had ik nog een jaar moeten wachten, totdat ze eraan toe was. Maar wanneer ze vier is, wordt het nog moeilijker om los te komen van het enige houvast die ze haar hele leventje gekend heeft. Nee, ik moet doorzetten. De verveling slaat toe in huize Vos voor haar. Ze mist haar zus, die van half negen tot vier van huis weg is en mama heeft ook niet altijd zin om met de knuffels te spelen.

Dag twee ging voorspoedig. Ze deed gewillig haar uniformpje aan en dat is al heel wat, want ze houdt nog steeds niet van rokken. Haar zware donkerblauwe schoentjes lieten haar weer met lood in de schoenen naar haar schooltje toe gaan. In de auto nog praatjes, maar de praatjes veranderde snel in krijsen toen ik haar weer in de handen van de juf overgaf. Het ritje naar huis van normaal tien minuten leek weer uren te duren en wat moet je nu voor weerwoord geven als je man tegen je zegt, dat het veel te vroeg was, om haar naar school te sturen. Iets voor half elf, op de arm van Ms Roberta, wachtte ze me al op. Geen tranen, maar toen ze me zag, kwam al het verdriet eruit. ‘Ik wil naar huis en mijn bloemen T-shirt aan,’ zei ze. In de auto kreeg ze weer praatjes, al liet ze wel even doorschemeren, dat dit echt wel de laatste schooldag was, die ze ooit zou meemaken.

Heel de middag heeft ze fijn gespeeld met knuffels en duplo. Ze heeft getekend en gecomputerd. Het woord waarderen kwam natuurlijk nog niet in haar woordenboek voor, maar ik denk dat ze het woord nu begrijpt. Ze waardeert thuis weer. Ze is blij om thuis te komen. Ze heeft iets om voor naar huis te gaan. Haar knuffels missen haar en ze heeft mammie wat te vertellen.

Dag drie, ging wat moeizamer op gang. Haar uniformpje zat opeens niet meer zo lekker en het commentaar dat ik kreeg in de auto was ook niet zo positief. Ik moest echt aan de juf vragen of ik mee naar binnen mocht. Rap werd ze weer mee naar binnen getrokken. Snelheid was belangrijk, werd mij verteld. Afscheid nemen, moet zo kort mogelijk, want hoe langer, hoe moeilijker. Om half elf stond ik weer klaar. Mijn tranen waren na drie dagen echt op en ik moet zeggen, dat ik dat uurtje zonder kinderen gewoon nodig heb, om weer op te laden voor de rest van de dag. Maakt dat van mij nu een slechte moeder? Daar was ze, mijn kleine meid, met haar armpjes om de nek van haar juf, ook haar tranen waren op. Ze lachte en ging met juf haar rugzak halen om naar huis te gaan. ‘Het ging al veel beter, ze is voor het eerst bij de andere kinderen gaan zitten,‘ vertelde Roberta. ‘U moet thuis ook in het Engels tegen haar gaan praten, want hoe sneller ze Engels spreekt, hoe sneller ze vriendjes kan maken.’

Onderweg naar huis, zat ik in het programma ‘Praatjesmakers’. ‘Weet je wat de juf tegen me zei,’ vroeg mijn dochtertje. ‘Nou,’ antwoordde ik. ‘Sit down en ze keek heel streng.’ Ze moest er zelf om lachen, die kleine meid. ‘Was ze boos op je,’ vroeg ik. ‘Nee hoor, Ms Roberta is heel lief en ik geef haar kusjes en ik krijg ook kusjes van haar en ze kroelt met mij als ik verdrietig ben. Zullen we cakejes bakken mammie en dan geef ik Ms Roberta er ook één als ik weer naar school ga en daarna ga ik met my sister spelen, als ze uit school is.’

Misschien had mijn man toch gelijk, toen hij zei, dat het misschien te vroeg was, om haar al naar school te sturen. Niet voor haar, maar voor mij, want mijn kleine meisje, is geen klein meisje meer. Ik krijg in een rap tempo, een Maltees- Engels sprekende dochter, die zelfstandig is en precies weet wat ze wilt. Ze leert op school de Maltese normen en waarden, die toch heel anders zijn dan in Nederland. ‘Sit down,’ hoor ik haar achterin de auto tegen haar knuffelkoe zeggen en daarna ‘Ik vind je lief, mammie’. De tranen prikken opnieuw in mijn ogen.

‘I love you too, sweetie, ‘antwoordde ik.


Mdina, de Stad der Stilte



Stemmen slaan dood in de straten van de stad der stilte. Het lijkt wel of de zware vestingmuren de geluiden in zich opnemen. Er zijn veel toeristen, maar voor mijn gevoel loop ik als enige door de middeleeuwse straatjes. De adel, die in paleizen van hun voorouders woont, laat zich niet zien. De uren dat er geen verkeer wordt toegelaten, laten de stad weer terugvoeren naar de tijd van paard en wagens. Op weg naar de Silent City, zien we dat dit stadje als een arendsnest hoog boven de vlakke omgeving uittoornt. Het uitzicht is dan ook magnifiek. Als je langs de gehele vestingmuur zou wandelen, zou je bijna het complete eiland in je op kunnen nemen. In de verte de koepel van de Our lady of Mount Carmel, een kerk in Valletta en even daarnaast de Portomasso Tower in St. Julians, wat betekent dat we bijna ons huis zouden kunnen zien.

Een gedender komt onze kant op. De hoeven van de paarden en geratel van de wielen echoën in het smalle steegje. We slenteren door een wirwar van straatjes en komen weer uit in de hoofdstraat, de Triq de Villegaignon. Wat een historie ligt hier. Door de eeuwen heen is dit stadje van naam veranderd. De Feniciërs noemden hun nederzetting Malet, daarna bouwden de Romeinen rond tweehonderd v. Christus hun hoofdstad en gaven haar de naam Melita. In de negende eeuw namen de Arabieren het eiland in en kreeg de stad zijn oorspronkelijke naam, Mdina. Toen Malta in 1566 in handen kwam van de Johannieter Orde, ook wel Maltezer Orde genaamd, werd de stad Valletta gesticht en werd deze uitgeroepen tot de hoofdstad van Malta. De rol van Mdina nam af maar toen in 1798 Malta bezet was door de Franse troepen van Napoleon, begon in de oorspronkelijke hoofdstad de opstand tegen de Fransen. De laatste invloeden zijn van de Britten die heersten van 1800 tot 1964. Nu is het gewoon een kleine stadje van 400 inwoners. Maar wat een genot moet het zijn om hier te mogen wonen. De serene rust valt als een deken over ons heen.

We nuttigen een drankje in een restaurant waar we ons wanen als in een kasteel. Alleen het aangrenzende souvenirwinkeltje haalt ons af en toe uit onze droom. Harnassen houden de wacht voor de deur en de kroonluchters, met helaas elektrische kaarsjes geven de omgeving net die terugblik in het verleden. Jonkvrouwen en Haast onthoofde Henk komen even voorbij. We lachen om de zwaarden, steekwapens en geweren die als versiering aan de muur hangen. We zien in gedachten hoe we worden gewaarschuwd door ridders, omdat we de stilte verstoren met ons gelach en het vertellen van verhalen aan onze kinderen over de goedendag en de karwats. Een foto hoort erbij en met mijn hand onder het harnas van deze ijzeren heer sluiten we deze fantastische middag af.

We wandelen door de stadspoort en laten de geschiedenis achter ons. De drukte op straat overspoelt ons en we gaan richting ons vervoersmiddel. We passeren de koetsjes met paarden en ik hoor mijn man zeggen, dat hij het niet zoveel met paarden opheeft. Gelukkig staat onze auto op ons te wachten en rijden we met iets meer pk naar huis.

We draaien ons nog één keertje om. De stille stad, eenzaam boven alles uit, de adelaar zit weer op zijn nest, de toeristen gaan naar huis en de rust is gelukkig wedergekeerd.



Vogeltjesdans op naaldhakken



Daar staan ze dan. De vrouwen in strakke spijkerbroeken en hoge hakken; een grote bling bling zonnebril in hun lange, donkere haar gestoken. De glitters aan de zijkant van de bril schitteren als de zon, die al een paar uur haar gezicht niet heeft laten zien.

Ik kan echt niet zoals deze vrouwen de hele dag op van die hoge hakken lopen. Ik slof dus de ganse dag op mijn slippers door het huis en de supermarkt. Mijn oude afgedragen spijkerbroek met daarop dat, oh zo lekker zittende truitje maken mijn typisch “boerenkool-met-worst” outfit compleet. Ik voel me een beetje verloren in het bijzijn van deze prominent aanwezige Maltese vrouwen. Niet dat zij mij dat gevoel geven, want volgens mij is er geen vriendelijker volk op aarde dan de Maltezen. Het zit gewoon in mij. Ik voel me vaak een slons en onbewust kleed ik me dan ook vaak zo. Je hebt van die vrouwen, die als ze wakker worden er al perfect uitzien. Altijd zit hun coupe alsof ze net van de kapper komen. Hun make-up zit altijd perfect en qua kleding lijkt het net of ze uit de Voque zijn gestapt. Nee, als iemand mij uit mijn bed belt, dan is het net of de ratten aan mijn haren hebben gevreten en mijn pyjama heeft ook zijn beste tijd wel gehad. Voor mij geen zijden jurkje met een prachtig bijbehorend negligeetje. Ik dender de trap af in een oude pyjama van mijn man, want die ruikt zo lekker naar hem.

De kinderen rennen rond in deze pas ontdekte speeltuin die hoort bij de plaatselijke voetbal en basketbal club genaamd Luxol. Naast de speeltuin staan een paar hokken waar eekhoorntjes en parkietjes toeren uithalen om te ontsnappen. Daarachter zwemmen wat schildpadden in een watertje wat meer op erwtensoep lijkt en in het badje ernaast doen vissen duidelijk een poging om op het droge te komen, want een snellere dood lijkt hun vast beter dan langzaam te stikken in de zuurstofarme drab waar ze nu in rondzwemmen. Op de achtergrond horen we kinderliedjes. Blijkbaar wordt de speeltuin ook voor kinderfeestjes gebruikt.

Het deuntje, waar ik de rillingen van over mijn rug krijg, laat mij omdraaien naar het feestelijk gebeuren. Dada, dada, dada, da en op de maat van dit melodietje, dat me het gevoel geeft van een bingoavond in een hotel aan de Costa del Sol, zie ik de organisatoren van het kinderfeestje de vogeltjesdans uitvoeren. De vier- en vijfjarigen doen verveeld een poging de belachelijke bewegingen te kopiëren. De twee- en driejarigen zitten op de grond en kijken met grote ogen naar de twee volwassen mannen met klapwiekende armen en vragen zich vast af wie hier nu de kleuters zijn.

Een aantal vrouwen zitten aan tafeltjes aan een wijntje en de rest loopt net als ik rondjes rond het klimtoestel. Als een hinde zie ik er eentje langs rennen, om haar zoontje op te vangen die zich van het trapje laat vallen. Geen paniek, gewoon sierlijk op hakken van 8 centimeter je kind elegant in je armen opvangen en hem met een acrobatische zwaai op de grond zetten. Ikzelf zou in zo’n situatie een duikvlucht richting trapje nemen en scheldend en vloekend mijn kind opvangen. Ik sta dan te trillen van de zenuwen, omdat ik altijd in mijn achterhoofd heb, dat zo’n valpartij weleens anders af zou kunnen lopen. Op mijn slippers hobbel ik achter mijn jongste dochtertje aan en kijk af en toe jaloers om. Een paar moeders volgen het ritme van de muziek. Ik zie ze sierlijk bewegen op hun hoge hakken. Hun armen als een ballerina bewegend op het meest irritante deuntje wat ik ken. Als zelfs de vogeltjesdans door deze dames nog als een wals kan worden uitgevoerd, dan is er voor mij echt geen hoop meer.

Ik geef het op en met mijn kinderen in mijn kielzog, dreutel ik op mijn slippers naar huis.

Kleine meid op haar kinderfiets





Zonnestralen vallen op ons neer. Het zeewater is acht en twintig graden. Golven die uitrollen als een laatste ademzucht. Blonde haartjes plakken door het zoute zilt op haar stralende gezicht. Dansend de golven achterna en lachend wegrennen voor de witte schuimkoppen die haar willen pakken. Golden Bay is echt een plek waar Onze lieve Heer zijn best op heeft gedaan. Het zand kleurt rood en het water azuurblauw. We zijn omringd door rotsen en eettentjes, parasollen en ligbedjes. Een paar honderd jaren oude uitkijktoren houdt nog steeds de wacht over de wateren van Malta.

Het is gezellig druk en om mij heen hoor ik in vele soorten talen conversaties aan. Het is een speciale dag vandaag. Vandaag drie jaar geleden rond deze tijd werd ze geboren. Ik had het niet meer verwacht om nog een meisje op de wereld te mogen zetten. Nu zit ze hier, ijverig haar emmertje te vullen met droog zand. Het torentje, wat zometeen natuurlijk gelijk in elkaar zakt, mag de pret niet drukken. Ik vergeet vaak dat ze nog zo klein is. Mijn Esmay is al elf en Merel is vaak net zo bijdehand als haar grote zus. Maar vandaag is ze echt nog maar drie. Ze telt tot tien, zegt thank you en wil totaal niet met andere peuters spelen.

‘Ik wil de grond voelen, mam,’ zegt ze, als we de zee inlopen. Nog angst voor het loslaten van vastigheid. Ik merk dat onze verhuizing haar gevoel van veiligheid behoorlijk heeft aangetast. Natuurlijk heeft ze het naar haar zin, maar een onverwachte verandering laat haar naar haar knuffelkoe en dekentje grijpen. Ook haar dikke pyjama die ze altijd in Nederland droeg, moet ondanks de hitte ’s avonds aan. Over haar t- shirt een vestje. Alsof haar kleertjes armen zijn die haar omhelzen en vasthouden en constant bescherming bieden. Mam mag niet weg van haar. Zonder mam is het paniek.

Even is de verleiding te groot. We zwemmen naar het diepe. Het water is zo helder dat je zeker tien meter diep kan kijken. Een speedboot trekt een parachutist de lucht in. De grote rode ballon trekt haar aandacht en een golf laat haar een slok zeewater drinken. Ze schrikt en begint te huilen en wil naar de handdoek. De rode ballon is verdwenen. Zittend op mijn schoot, met zand overdekt en in een handdoek gewikkeld, verdwijnen de tranen snel. ‘Ik wil niet meer,’ snikt ze nog na. ‘Ik wil naar huis.’ ‘We gaan, meisje, kom.’ We zoeken onze spulletjes bij elkaar en lopen naar de auto. De zware tassen snijden in mijn schouder en met Merel zittend op mijn heup loop ik door het gloeiend hete zand. Haar hoofdje leunt al tegen mij aan, ze is moe; de zon is te fel en laat haar ogen dichtvallen.

Onderweg naar huis is ze al in diepe rust en thuis ik leg haar nog slapend op de bank. Het zweet druipt van haar gezichtje af. Ik zet de deuren open en een verkwikkend windje vult de kamer. Ik hoor haar zuchten in haar slaap. Daar ligt ze dan, vandaag drie jaar en nu lijkt ze weer net zo klein als toen ik haar meenam naar huis, toen ze een paar uur oud was. Ze is nog net zo kwetsbaar en totaal afhankelijk van ons.

Ze weet niet dat het haar dag is, vandaag. Haar verjaardag hebben twee weken geleden gevierd met de familie in Nederland. Morgen krijgt ze haar fiets, haar grootste wens. De eerste stap wordt dan gezet, want ze fietst van ons weg en moet ons loslaten, om weer naar ons terug te keren. Ik zie haar gezicht al voor me. Haar onderlip trillend, zoals altijd, als ze emotioneel is, maar niet verdrietig. Haar haar wat voor haar ogen hangt, omdat ze geen staart in wilt, met haar handje wegschuivend uit haar gezicht en dan haar eerst rondje in de speeltuin.

Vanavond gaan we gezellig uit eten in Spinola Bay. Het is het weekend van de Heilige St. Julians. Overal zijn er kraampjes en eettentjes, een fanfare en een optocht, waarbij het standbeeld van de heilige St. Julians en de Paus door de straten gedragen worden en als afsluiting het vuurwerk. Maar als de knallen beginnen en de nacht gekleurd wordt met rode en groene strepen, zeggen wij: ‘kijk lieve Merel, dit is voor jou, want vandaag is het echt de dag van:

Het feest van onze Merel.

Zwembandjes in Hollywood



Toen we een aantal maanden geleden in Malta de villa van onze dromen hadden gevonden, had ik het gevoel dat ik was gecast voor een rol in de populaire serie ‘Desperate Housewives’. Ik keek niet iedere week, maar wat me wel bij bleef was die overheerlijke tuinman van Eva Longoria. Helaas zit er bij onze woning geen tuin van die grootte dat je een hoveniersbedrijf zou moeten inschakelen, maar ons zwembad is wel onderhevig aan een wekelijkse schoonmaakbeurt. In gedachten zag ik al een breedgeschouderde dertiger in strakke zwemshorts, want meer hoef je voor dit werk natuurlijk niet aan te hebben. In de weken voordat we naar Malta vertrokken, zat ik me al te verheugen op het moment dat ik liggend op mijn ligbedje me kon verlekkeren aan zijn strak gespierde dijen en biceps die trilden wanneer mijn zwembadboy zijn stofzuiger door mijn zwembadje heen en weer schoof en deze weer helemaal fris en fruitig achter zou laten.

Een Tequila Sunrise in de ene hand en in de andere hand een doekje om het zweet van mijn voorhoofd te deppen. Een babysit voor de kinderen en de werkster die mijn huis aan het schoonmaken is. Stop! Deze droom neemt nu buitenproportionele vormen aan. Pas op de plaats, Annemarie! Alleen die zwembadjongen moet nu even je hollywoodhonger stillen. Maar wat zou het toch heerlijk zijn om een weekje een celebrity uit te hangen. Met geld smijten, champagnelunches, de rode loper, afterparty’s en dineren op een jacht ergens in de Middellandse Zee. Hé, wacht even, volgens mij word ik de komende weken met de dag beroemder. Is dineren bij kaarslicht op een balkonnetje hangend over de Middellandse Zee ook niet een beetje jetset? Die bus ernaar toe vergeten we voor de goede orde maar even. Tja, dat geld smijten… Mijn schoonmoeder zegt altijd,’ je hebt geen gat in je hand, je hebt helemaal geen handen.’ ‘Alles voor de kinderen,’ zeg ik dan. Dus met dat smijten komt het dan ook wel goed.

Maar celebs zijn ook maar gewone mensen. Ik denk dat je er een hele hoop niet zou herkennen zonder make-up op. En al heb je een babysit, je moet je kinderen toch zelf opvoeden. Ook al heb je een kater na je afterparty, jij bent toch echt diegene die ’s ochtends vroeg een kinderfilmpje op moet zetten, om zonder jankende kinderen met drie koppen koffie weer een beetje op de wereld te komen. De rekeningen moeten betaald worden, dus celebs moeten ook weer aan het werk. Dus laat mij maar lekker zitten in mijn eigen Hollywood in Malta. Er is alleen één maar: mijn zwembadboy blijkt helaas niet de looks te hebben, waar ik zo op gehoopt had. Hij is geen dertiger en bruin gebronsd is hij al helemaal niet. Maar ik heb mag niet klagen, want ik heb wel er wél een. Eentje met een zwemband om zijn middel van honderd en dertig kilo. Na deze illusie laat ik de champagnelunches ook maar voor wat ze zijn, want tegen alcohol kan ik toch niet best.


Ik ben tot de conclusie gekomen, dat mijn rode loper gewoon voor mijn eigen voordeur ligt en wat is nu een feestje zonder je kinderen. Smijten met geld willen we allemaal wel, maar tien jaar vervroegd met pensioen is een luxe waar de meeste gewone mensen alleen maar van kunnen dromen. Maar mijn droom van de sexy zwembadjongen wil ik graag behouden. Er wordt in Hollywood heel wat gesleuteld aan de sterren, dus in mijn eigen droom is het geen schande er het een en ander aan te veranderen. Het resultaat is verbluffend. Met de zwembandjes van mijn dochtertje om lijkt mijn man een stuk breder en gespierder wanneer hij met de stofzuiger het zwembad bijhoudt. Nu nog wat zon en hij zal gauw de gebronsde god van mijn dromen worden.

En zo liggend in het zonnetje met een drankje in mijn hand en de kinderen spelend in het zwembad blijk ik zowaar toch in Hollywood te zijn beland, en daar wil ik best nog wel even blijven.

Even naar Bob



Oerkreten van opgebrande en aangeschoten overblijvers en geblondeerde dames van vijftig nippend aan een zoet wit wijntje sieren het dorpscafé in Bruinisse. Pas dertig jaar geleden is het pand voorzien van vloerbedekking, dus geeft het door roken vergeelde beigeachtige woltapijtje aan de muren een muffige indruk. De tijd is stil blijven staan. Voor het café en zijn mensen. De menu kaart is nog steeds hetzelfde, alleen de prijzen achter de visgerechten zijn drastisch omhoog geschroefd door de jaren heen. Bob zit stil achter de bar. Nog niet zo lang geleden runde hij zelf deze tent, zijn café en het daarbij behorende restaurant. Ondanks alle Zeeuwse invloeden is hij een Rotterdammer in hart en nieren gebleven. De dorpelingen voelen dat en de meeste lopen gauw het café met de kanten gordijntjes voorbij. Ondanks al die jaren voor zijn klanten klaarstaan, blijft hij nog steeds import.

Een verlopen Hagenees, die zich nog vijfentwintig wil voelen, hangt aan de bar en laat haar ogen glijden over de mannelijke klanten, in de hoop dat iemand reageert op haar steelse blikken. Haar man naast haar, kijkt zwijgend toe. Helmut, de buurman van Duitse origine, zit zoals gewoonlijk op zijn vaste plekje met een borrel en een biertje voor zijn neus. Stemverheffingen vullen de andere kant van de bar door de Zeeuw die niet meer welkom is in de andere cafés die het dorp rijk is. Op de achtergrond Marianne Weber. In de hoek wordt druk gekaard en de biljart tafel wordt gebruikt als prijzentafel voor de bingo die vanavond gespeeld gaat worden,

Ik mag niet meer drinken van de dokter, zegt Bob en je voelt de spijt in zijn stem. In de zeventig is hij en het enige wat hij nog mag, zijn medicijnen voor zijn hart. De afgelopen weken is hij in een oude man veranderd, maar wanneer hij op vrijdagavond nog een dienstje draait om de nieuwe eigenaren een handje te helpen, komen de pretlichtjes weer in zijn ogen. Weg van zijn zeurende wijf die niet meer achter de geraniums vandaan wil komen. Stiekem nippend van zijn portje, want af en toe een glaasje kan geen kwaad had de arts gezegd.

Een aantal weken later komt Bob niet meer in zijn café. Zijn kruk heeft plaatsgemaakt voor een doorgezakte bloemetjes fauteuil. Hij zit naast zijn vrouw achter de opgedroogde plantjes. De tijd heeft hem ingehaald. Zijn vrouw heeft hem zijn vrijdagavond afgepakt. Naast hem staat een fles jenever en als ik hem zie lopen op straat is hij Bob niet meer. Voor mij is Bob, een boegbeeld voor hoe een café hoort te zijn. Waar alles kan en mag. Waar je kan zuipen en eten, kan lachen en huilen. Bob is niet meer. Hij is nu gewoon, een oude man.

Spinazie en stokbroden



‘Bye, Bye Annemaria,’ hoor ik in de verte roepen. Ik draai me om en kijk de heuvel af naar beneden. Daar staat hij dan, heftig naar mij te zwaaien, de Siciliaanse kok te midden van pittoreske huisjes met gekleurde daken. De ruwe planken die kris kras bruggetjes en trappen vormen geven het dorpje een gezellig rommelige indruk.




















Op een van de huisjes staat baker en een andere winery, andere dorpswinkeltjes zijn ook vertegenwoordigd. Gezellige muziek op de achtergrond en een prachtig uitzicht over Anchor Bay. Beneden een strandje en restaurantjes en aan het einde van het kronkelige pad een peuterzwembad met een speeltoestel en glijbanen. Leuk om hier van de zomer nog een keer terug te komen.

In de verte zie ik hem lopen, met zijn blauwe broek met wijde pijpen en een zeemanshemd aan. Pet op zijn hoofd en pijp in zijn mond. Naast hem een slank meisje in een rood met zwarte jurk. Haar lange donkere haar in een knotje gewikkeld. Eigenlijk was ik dit stel vergeten. Je ziet ze tegenwoordig niet meer zo vaak op televisie. Wist je trouwens dat deze spinazie-etende zeeman begon te bestaan in 1929. De spinaziemythe is ontstaan tijdens de tweede wereldoorlog. Omdat niet kon worden voorzien hoe lang de oorlog zou duren, wilde de regering de mensen aanpraten wat zuiniger om te springen met vlees. Daarom werd besloten Popeye spinazie te laten eten. En omdat er na een fout in een laboratorium een komma foutief geplaatst was, waardoor spinazie in een keer tien keer zoveel ijzer bevatte, nam de spinazieconsumptie in de VS met 30 procent toe.

Een aantal weken geleden waren we richting het westen van het eiland gereden naar Mellieha Bay en toen zijn we van de vaste route afgeweken en kwamen terecht in Anchor Bay. Het uitzicht vanaf de heuvel was fenomenaal. In de verte een kleurrijk dorpje op palen opgebouwd tussen twee heuvels aan een strandje. Het zeewater had een kleur blauw die ik nog nooit waargenomen had. In 1980 was het dorpje Sweethaven Village gebouwd als filmset voor een film met Robin Williams. Na beëindiging van de film hebben ze er maar een soort attractiepark van gemaakt en ik ben blij toe, want het dorpje hoort daar gewoon. Het geeft een gevoel van gemoedelijkheid en daarom was de afspraak met de kids om binnenkort eens een kijkje te gaan nemen in het park.























Bij binnenkomst werden we gelijk uitgenodigd om mee te spelen in een film van een half uur. Ik treed niet zo graag op de voorgrond, dus heb ik het maar gauw afgewimpeld door te zeggen, dat de kinderen verder wilden kijken. Via de trapjes, de huisjes van binnen bekeken. Ach, wat nepbroden en nepfruit bij de plaatselijke bakker en groenteboer. Het stelde niet zoveel voor. Het huisje van de arts was iets luguberder. Doodshoofden en lakens aan het plafond, maakte het dat mijn dochter niet naar binnen wilde gaan. Na de meeste huisjes gezien te hebben, was het tijd om naar de voorstellingen te gaan kijken. Om het half uur werd er bij een van de huisjes een toneelstukje opgevoerd.

Wij kozen voor Fausto de Baker. Een Siciliaanse bakker die twee mensen uit het publiek vroeg om mee te doen aan een wedstrijd ‘stokbrood bakken’. Gelukkig werd ik overgeslagen. De eerste deelnemer, een behoorlijk gezette Duitser die het er duidelijk niet mee eens was dat hij aan de wedstrijd moest deelnemen, maar niet kon weigeren, was ijverig het deeg aan het kneden. De andere deelneemster volgde snel het voorbeeld. De tijd was om en er moest een jurylid komen om de twee witte rollen te keuren.

Nee hè, niet ik. Van alle mensen in het publiek, was ik degene die moest jureren. Ik moest meten, ruiken en voelen aan de deegjes die niets leken op wat een stokbrood zou moeten worden. Als laatste, de test van opgooien en opvangen. Bleef het deegje heel, dan was de winnaar bekend. Ik heb nog nooit zo gelachen. Met de Siciliaanse bakker aan de ene kant en de zeeman aan de andere kant, speelde ik het hele toneelstukje maar mee. Esmay was de filmer en ze heeft alles op tape gezet. De slechtste scènes knippen we er later wel uit.

De kinderen werden moe en het was tijd om Sweethaven te verlaten. Ik zwaai naar de Siciliaanse bakker. Ik weet wel waarom hij me nog nariep. Hij vond me ondeugend. Ach, als er aan je gevraagd wordt, of het deegje, in de vorm van een grote witte fallus, wel hard genoeg is, dan kun je wel raden wat mijn antwoord was.

We lopen richting auto en in gedachten zing ik het oh, zo bekende liedje van deze tekenfilmheld.

Popeye the Sailor Man. Tuut Tuut

Popeye the Sailor Man. Tuut Tuut

It’s hard to the finish, cause he eats his spinach

It’s Popeye the Sailor Man. Tuut Tuut

Open sollicitatie



Na drie weken school had mijn jongste dochtertje haar eerste uitnodiging voor een kinderfeestje al te pakken. Een prachtige prinsessenkaart met haar naam erop, de naam van de jarige, het adres en het telefoonnummer van haar moeder. Luisa, de jarige had ik nog nooit gezien. Dit is ook niet zo verwonderlijk, want op de school van mijn jongste dochter geef je je kind aan de deur af en een leerkracht brengt haar naar haar klasje. De enige keer dat ik haar lokaaltje heb gezien, was tijdens een open dag. In Nederland beginnen kinderfeestjes met ongeveer 4 a 5 jaar, dus een feestje voor driejarigen was wel een telefoontje naar de moeder waard.

Natuurlijk mocht ik erbij blijven, zo vertelde Sarah, de moeder van de jarige. Alle moeders blijven, want dan kunnen we nader kennis maken. Het kinderfeestje werd in mijn ogen gelijk een soort van open sollicitatie voor verschillende vacatures. Het eerste kinderfeestje van een kind uit de klas van Ms Roberta was bepalend voor alle andere komende feestjes en bijeenkomsten. Wil je dat je kind geliefd wordt bij andere kinderen en moeders en dat hij of zij vaak wordt uitgenodigd, dan zal je toch als moeder voor een functie in het moedermanagement moeten gaan. Om tijdens het telefoongesprek met Sarah al een beetje in de gratie te komen vertelde ik dat ik een aantal dagen naar Nederland ging en dat ik daar zou kijken voor een origineel Nederlands cadeau. Sarah klonk als een sympathieke moeder en ons gesprek was erg gezellig. Ik kreeg wel de indruk dat zij zichzelf de functie oppermoedermanager al had toegeëigend in de allereerste schoolweek van de kinderen.

Een aantal dagen voor het feestje begon ik Merel al voor te bereiden op wat er komen ging. ‘Ik wil niet naar Luisa. Ik blijf wel in de auto zitten en geef jij het cadeautje maar,’ zei ze.’Ik vind het eng’, vervolgde ze. Het was voor Merel haar eerste feestje en ze wist totaal niet wat ze kon verwachten en het beangstigde haar behoorlijk. Dat zij niet de enige was met dit gevoel, dat hield ik maar voor mezelf.

Wat zal ik aantrekken, ging er door mijn hoofd. Moet ik een hippe moeder zijn, maar niet te jong gekleed. Gaan de moeders voor chique of gewoon casual. Ik koos voor een jeans en een hip maar net T-shirtje, maar wel hele mooie chique schoenen met kleine hak. Echte blikvangers. Mijn haar los en volle krullen en lichte make-up. Nederlands met een Maltees tintje, althans zo voelde het aan. Merel in een nette roze jurk met een wit vestje en haar haar netjes in een staart. Op het inpakken van het cadeau, een Nijntje poppenbuggy, had ik echt mijn best gedaan. Prachtig cadeaupapier omwikkeld met lintjes en strikjes en versierd met ballonnen. Een toppertje onder de cadeautjes dacht ik zo. Mijn oudste dochter ging gezellig ook mee. Had ik toch iets van een bondgenoot op weg naar het onbekende.

Het met ballonnen versierde huis hadden we gelukkig zo gevonden en om exact half vijf volgens afspraak, stonden we voor de deur. Wij hebben zelf zeker geen klein huis, maar ons huis met zes slaapkamers was in vergelijking met de villa van Sarah en haar gezin, veranderd in de negerhut van oom Tom. We liepen een trap af naar beneden en kwamen uit in een patio met speeltoestellen.

Door de schuifdeuren kwamen we in het beneden huis die nu van poolkamer en fitness ruimte omgetoverd was in een feestkamer. Er stond een grote tafel met chips en allerlei en aan de andere kant stond een tafel met limonade en alcoholische versnaperingen. Na de nodige felicitaties nam Luisa haar cadeau in ontvangst en werd deze onuitgepakt in de cadeaukamer gelegd. Aan de zijkant van de feestkamer stond een bureau met een lengte van zeker vier meter met daarop drie dezelfde computers met toebehoren. Het gezin telde blijkbaar drie kinderen en om ruzie te voorkomen had ieder kind een eigen computer. Er stond zo verschrikkelijk veel speelgoed dat mijn Nijntje poppenbuggy vast niet zou opvallen naast de andere drie poppenbuggy’s.

Sarah is zo’n vrouw, die met haar lach iedereen laat smelten. Slank en bijzonder aantrekkelijk en een warme persoonlijkheid. Zo iemand waar iedereen van houdt. Bijzonder bemiddeld gezien het huis en auto’s voor de deur, maar gewoon gekleed in een strakke spijkerbroek en t- shirtje. Het enige wat liet zien, dat zij tot de rijke Maltese bevolking behoorde, was de Armani zonnebril afgezet met diamanten, die zij nonchalant in haar haar had gestoken. Aan de muur hing een grote foto van haar toen ze jong was. Een prachtig meisje met een sjerp om. Het kon natuurlijk niet anders zijn, dan dat zij Miss Malta was geweest in haar jonge jaren.

Oma’s en Opa’s, ooms en tantes, nichten, achternichtje en achterachternichtjes en neefjes, buurvrouwen en massa’s kinderen met moeders vulden de kamer en de patio. Een entertainment bedrijfje was ingehuurd om de kinderen zoet te houden met knutselen en spelletjes. Een meisje liep af en aan met dienbladen met hartige Maltese hapjes en pizza puntjes. Na een kwartiertje was Merel de schok te boven en begon ijverig te knutselen. Dit was mijn kans en ik vervolgde mijn weg naar degene waar ik mijn Curriculum Vitae kon achterlaten. Ik raakte al snel in gesprek met wat moeders van kinderen uit Merels klasje. Niet alle kinderen uit Ms Roberta’s klasje waren uitgenodigd, maar blijkbaar was Merel opgevallen door haar witte haar en was Sarah nieuwsgierig welke buitenlanders er nieuw op haar eiland waren komen wonen.

Iedereen was even sympathiek en het gevoel van concurrentie voor de openstaande vacatures was er helemaal niet. Ik moest maar aan dit soort feestjes wennen, want iedere maand had ik er wel een, vertelde een moeder. Ik weet natuurlijk niet voor welke functie ik in aanmerking zou kunnen komen, maar ik was zeker door naar de volgende ronde.

Na twee uurtjes was het feestje ten einde en als afsluiting werd de gigantische taart versierd met marsepein aangesneden en werd Luisa Happy Birthday toegezongen. Na Sarah en haar man bedankt te hebben voor de uitnodiging, gingen we huiswaarts. Versleten liet ik me thuis op de bank vallen. De kinderen pakten hun cadeautjes uit die ze van Sarah hadden gekregen. Diademen met de prijskaartjes er nog aan en zakjes met snoep.

Gelukkig is Merel pas volgend jaar eind augustus jarig en heb ik hopelijk nog veel feestjes voor de boeg om de organisatie van een kinderfeestje van dit formaat onder de knie te krijgen. Een ding weet ik zeker. Mijn Armani zonnebril kan ik op mijn buik schrijven, want met een onderbetaalde baan in het moedermanagement, zal ik hard moeten sparen voor mijn dochters verjaardagsfeestje.

Maar liever zo, dan werkeloos.

Drijfgevaar



Voor wat verkoeling, reden we in de namiddag richting waterplas. Het grasveldje was bont gekleurd door alle parasollen en strandlakens. Zwemarmbandjes nog groter dan babyhoofdjes sierden het ondiepe water. Tenentrippelend gingen we richting het water. Volgens mijn vriend was het water toch wel wat fris. Net zo koud als zijn pinkie groot was.

Niet denkend aan de vissen in de grote vijver, richting het diepe. Af en toe een gil, als er wortels van waterlelies om je benen verstrengeld raakten. De afkoeling maakte alles goed. Na een half uurtje neerploffend in het zand. Moe, maar voldaan. Wat een conditie.

Vol verbazing keek ik naar wat klein grut aan de waterlijn.  Eentje met een zwembandje om zijn middel tot de knietjes in het water. Hup weg was het zwembandje en het dreef verder het water op. Nog een paar stapjes en jawel, het naveltje was ook nat.  Ik keek schichtig om me heen. Blijkbaar was ik de enige die om zich heen keek.

Je hoeft de krant maar open te slaan en het ene na het andere trieste bericht bereikt je. Kind in de kofferbak opgesloten, kind gestorven in auto door oververhitting, baby vergeten, straks staat er ook weer bij, kind verdronken in zwemvijver. Ben ik dan zo´n ouderwetse moeder, die overdreven op alles let. Ik let niet alleen op mijn kinderen, maar ook op andermans kinderen. En dat zou iedereen moeten doen. Dan blijft het veilig. Dan wordt het veilig.

Op de een of andere manier, lijkt het of er een soort vanzelfsprekendheid in is geslopen. Ze zijn toch samen die kinders, het is toch niet diep, er zijn zoveel mensen, ik was maar even afgeleid, ik hoorde mijn mobiel, even een whatsapp berichtje sturen, dat overkomt alleen een ander, dat trieste.  Misschien ben ik wel overbezorgd, maar ik weet als geen ander dat het in vloek en een zucht  gebeurd kan zijn. Zonder dat je het doorhebt.

Nu 7 jaar geleden en we woonden net in Malta. Het hebben van een zwembad was een godsgeschenk in de zomermaanden. Merel stond naast me, dacht ik. Ik voelde haar handje nog tegen mijn been en opeens was ze weg. Ik had het niet eens door, totdat ik me omdraaide en haar zag drijven. Op haar buikje midden in het zwembad, met haar hoofd naar beneden, haar lange blonde haren als een waaier om haar hoofd.  Ze dreef.

Geen plons, geen geblub, geen geluid en toch dreef ze daar. Alleen maar angst en adrenaline voel je dan. Ik was op tijd. Haar lichaampje ondersteboven schudde ik het water uit haar longetjes. Druppend van het zwembadwater en mijn tranen kwam er weer licht in haar ogen. Ze was het trapje afgelopen, zei ze. Zo haar dood tegemoet gelopen. Als ik me een seconde later had omgedraaid had het over geweest. Over. Ik was ook zo´n persoon die alles vanzelfsprekend nam. Hoe blind was ik. Ik schaam me nog steeds.

De zwemband zat weer om zijn middel en moeders stond erbij. Minuten later. Zij realiseerde zich niet wat er in die paar minuten had kunnen gebeuren. Alles ging toch goed en wel. En al leest zij ook die nare krantenberichten, dan nog blijft het schouderophalend, triest, met een dat zou mij nooit overkomen mentaliteit. Helaas is dat het grote gevaar. Een gevaar van een seconde.