In drie dagen tijd, hebben we onze jongste spruit van een peuter in een kleuter zien veranderen. Natuurlijk huilde ik veel harder dan zij, toen ik haar voor de deur van de kindergarten achterliet. Ik mocht niet mee naar binnen en terwijl ze schreeuwde dat ze bij haar mammie wilde blijven, werd ze stevig, half onderste boven, onder een Maltese juffen arm mee naar binnen gedragen. ‘Waarom doe je zo stout tegen mij, mama,’ vroeg ze aan mij. Hoe moet je nu aan een kindje van drie jaar uitleggen, dat je ze gaat achterlaten op school en haar later weer komt ophalen, terwijl ze totaal nog geen besef heeft van tijd. Wat zag ze er prachtig uit in haar uniform en ik vroeg me tegelijk af waar mijn oer-Hollandse dochtertje was gebleven. Haar lievelings korte broekje stiekem onder haar rokje aangedaan.
Tik, tik, tik, wat duren seconden lang als je hart huilt. Nog een uurtje, half uurtje en ik rij maar alvast weer richting schooltje om daar het laatste kwartiertje voor de deur te wachten. Meer moeders stonden te wachten voor de deur. Klokslag half elf kwam er een streng uitziende juf de deur opendoen. ‘Welk kind,’ vroeg ze. Helaas waren een aantal moeders mij voor. ‘Wilt u wachten, want hij heeft het prima naar zijn zin en dan kan hij gewoon tot het einde van de ochtend blijven’, zei de juf. ‘Merel, zegt u, ik ga haar direct halen, ze was erg van streek,’ vervolgde ze. Met dikke ogen van het huilen, kwam ze naar me toe. ‘See you tomorrow, sweetie,’ zei haar juf. ‘School is helemaal niet leuk,’ snikte ze na in de auto.
In gedachten, vertelde ik haar dat morgen weer een schooldag was en de dag erna en daarna. Ze is de hele dag van slag geweest. Zelfs mijn belofte aan haar, om na school naar de Mc Donalds te gaan, wekte haar eetlust niet op. Na een middag van huilen, viel ze uitgeput in slaap. Was het wel een goed idee van mij, om haar naar een Maltese school te sturen? Was vijf ochtenden in de week niet veel te veel? Had ik nog een jaar moeten wachten, totdat ze eraan toe was. Maar wanneer ze vier is, wordt het nog moeilijker om los te komen van het enige houvast die ze haar hele leventje gekend heeft. Nee, ik moet doorzetten. De verveling slaat toe in huize Vos voor haar. Ze mist haar zus, die van half negen tot vier van huis weg is en mama heeft ook niet altijd zin om met de knuffels te spelen.
Dag twee ging voorspoedig. Ze deed gewillig haar uniformpje aan en dat is al heel wat, want ze houdt nog steeds niet van rokken. Haar zware donkerblauwe schoentjes lieten haar weer met lood in de schoenen naar haar schooltje toe gaan. In de auto nog praatjes, maar de praatjes veranderde snel in krijsen toen ik haar weer in de handen van de juf overgaf. Het ritje naar huis van normaal tien minuten leek weer uren te duren en wat moet je nu voor weerwoord geven als je man tegen je zegt, dat het veel te vroeg was, om haar naar school te sturen. Iets voor half elf, op de arm van Ms Roberta, wachtte ze me al op. Geen tranen, maar toen ze me zag, kwam al het verdriet eruit. ‘Ik wil naar huis en mijn bloemen T-shirt aan,’ zei ze. In de auto kreeg ze weer praatjes, al liet ze wel even doorschemeren, dat dit echt wel de laatste schooldag was, die ze ooit zou meemaken.
Heel de middag heeft ze fijn gespeeld met knuffels en duplo. Ze heeft getekend en gecomputerd. Het woord waarderen kwam natuurlijk nog niet in haar woordenboek voor, maar ik denk dat ze het woord nu begrijpt. Ze waardeert thuis weer. Ze is blij om thuis te komen. Ze heeft iets om voor naar huis te gaan. Haar knuffels missen haar en ze heeft mammie wat te vertellen.
Dag drie, ging wat moeizamer op gang. Haar uniformpje zat opeens niet meer zo lekker en het commentaar dat ik kreeg in de auto was ook niet zo positief. Ik moest echt aan de juf vragen of ik mee naar binnen mocht. Rap werd ze weer mee naar binnen getrokken. Snelheid was belangrijk, werd mij verteld. Afscheid nemen, moet zo kort mogelijk, want hoe langer, hoe moeilijker. Om half elf stond ik weer klaar. Mijn tranen waren na drie dagen echt op en ik moet zeggen, dat ik dat uurtje zonder kinderen gewoon nodig heb, om weer op te laden voor de rest van de dag. Maakt dat van mij nu een slechte moeder? Daar was ze, mijn kleine meid, met haar armpjes om de nek van haar juf, ook haar tranen waren op. Ze lachte en ging met juf haar rugzak halen om naar huis te gaan. ‘Het ging al veel beter, ze is voor het eerst bij de andere kinderen gaan zitten,‘ vertelde Roberta. ‘U moet thuis ook in het Engels tegen haar gaan praten, want hoe sneller ze Engels spreekt, hoe sneller ze vriendjes kan maken.’
Onderweg naar huis, zat ik in het programma ‘Praatjesmakers’. ‘Weet je wat de juf tegen me zei,’ vroeg mijn dochtertje. ‘Nou,’ antwoordde ik. ‘Sit down en ze keek heel streng.’ Ze moest er zelf om lachen, die kleine meid. ‘Was ze boos op je,’ vroeg ik. ‘Nee hoor, Ms Roberta is heel lief en ik geef haar kusjes en ik krijg ook kusjes van haar en ze kroelt met mij als ik verdrietig ben. Zullen we cakejes bakken mammie en dan geef ik Ms Roberta er ook één als ik weer naar school ga en daarna ga ik met my sister spelen, als ze uit school is.’
Misschien had mijn man toch gelijk, toen hij zei, dat het misschien te vroeg was, om haar al naar school te sturen. Niet voor haar, maar voor mij, want mijn kleine meisje, is geen klein meisje meer. Ik krijg in een rap tempo, een Maltees- Engels sprekende dochter, die zelfstandig is en precies weet wat ze wilt. Ze leert op school de Maltese normen en waarden, die toch heel anders zijn dan in Nederland. ‘Sit down,’ hoor ik haar achterin de auto tegen haar knuffelkoe zeggen en daarna ‘Ik vind je lief, mammie’. De tranen prikken opnieuw in mijn ogen.
‘I love you too, sweetie, ‘antwoordde ik.