vrijdag 9 december 2016

Een gebroken hartje


Net voordat ik ga slapen, heb ik nog een avondritueeltje. Iets wat iedere moeder zal herkennen. Ik haal het extra kussen onder haar hoofd vandaan. Al die knuffels schuif ik naar het voeteneind, behalve eentje (dat inmiddels meer een stinkend vodje is). Het nachtlampje gaat uit en geef haar een kus op haar voorhoofd en zeg ‘Merel I love you’. Soms zegt ze slaperig terug ‘I love you more’ en dan zeg ik weer ‘I love you most’. Soms als ik in bed lig, kom ik er toch nog even uit, gewoon om nog even naar haar te kijken of alles in orde is. Zelfs als ik wakker word in het midden van de nacht, heb ik de neiging om toch nog even om het hoekje te kijken. Beetje overdreven misschien? Misschien wel, maar ik heb daar een goede reden voor.
Ik las net in het AD over een fotografe die een bijzondere serie heeft gemaakt over kinderen met littekens. Kinderen die trots vertellen over hoe ze daaraan zijn gekomen. Dat littekens nou eenmaal bij hen horen. Deze kids proberen volwassenen te inspireren hun littekens te accepteren. Je hoeft deze zogenaamde imperfecties helemaal niet te verbergen. Ze mogen best gezien worden. Ik spring gelijk 19 jaar terug in het verleden. Het nieuws van de kinderarts sloeg in als een bom. Met plasmedicijnen moesten we maar een paar jaar haar hartje ontzien, totdat er geopereerd zou worden.
Na het slecht nieuws bericht heb ik nooit meer goed geslapen. Slapen werd waken, want stel dat het kloppen zou stoppen. Het ‘klusje’ zoals de chirurg het omschreef, werd geklaard toen ze drie jaar was. Een beetje Gore Tex ertussen en ze is weer zo goed als nieuw had de beste man gezegd. De operatie duurde een paar uur en het waren de langste van mijn leven. Na twee dagen fietste ze al op een driewieler door de gangen van het Sophia Kinderziekenhuis. Een litteken zo mooi, omdat dit het bewijs was dat ik haar niet hoefde te missen. Ondanks dat ze gefixed was, bleef ik waken. Ze was nog steeds vaak wakker ‘s nachts, tot het moment dat haar zusje geboren werd. Toen sliep ze door en sliep ik door (behalve dan voor die ontelbare voedingen).
Nooit heeft Esmay zich geschaamd voor haar litteken. Waarom zou ze. Het hoort bij haar. Net zoals bezorgdheid bij mij hoort. Daarom kijk ik altijd nog even, net voor het slapengaan. Even zeggen hoeveel ik van ze hou. Bij Esmay heb ik de angst losgelaten, bij Merel nog niet. Misschien komt dit omdat ze zo op Esmay lijkt op die leeftijd. Klein en kwetsbaar. Angst om je kind te verliezen is een litteken op een moederhart. En net zoals ieder ander litteken, is dit iets waarvoor je nooit en te nimmer zou moeten schamen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten